Soorten Satellieten


2.1 Communicatie satellieten.
Communicatie satellieten zijn ruimtevaartuigen die radiosignalen overdragen. Deze signalen kunnen telefoongesprekken, tv-programma's en computerdata zijn. Alle mogelijke informatie kan worden omgezet in radiosignalen en met een snelheid van het licht in een fractie van een seconde naar iedere plaats op aarde worden gestuurd. Een satelliet kan tienduizenden gesprekken verwerken. De satelliet vangt signalen op en geeft ze door naar een andere plaats. De apparatuur in de satelliet heeft elektriciteit nodig, die door zonnepanelen wordt opgewekt. Kleine stuwraketjes houden de satelliet in positie, zodat de antennes op de aarde gericht blijven. Raakt de satelliet uit zijn baan, dan komen de stuwraketten in werking.
Satellieten beschrijven een geostationaire baan. De satellieten vliegen met een snelheid van 11.700 km/u, maar lijken vanaf de aarde heel stil te hangen in de lucht. De satelliet is altijd beschikbaar en schotelantennes kunnen er blijvend op gericht worden.
Communicatie satellieten moeten jarenlang blijven werken. Ze moeten daarom hun eigen elektriciteit kunnen opwekken. Dat gebeurt met behulp van zonnecellen. Als er licht op een zonnecel valt, gedraagt die zich als een kleine batterij en maakt wat stroom aan. Duizenden cellen wekken samen genoeg elektriciteit op voor de boordapparatuur van de satelliet.

2.2 Televisiesatellieten.
De meeste satellieten communiceren met slechts een of een paar grondstations op het aardoppervlak. De grondstations hebben hele grote schotelantennes met een middellijn van 18 meter of meer. Grote schotels kunnen hele zwakke signalen oppikken die een satellietschotel voor huiselijk gebruik niet kan opvangen. Als de signalen bestemd zijn voor radio- en televisieprogramma's, kunnen ze van het grondstation naar lokale TV- en radiostations worden gestuurd, en daarna vanaf masten of via kabels worden uitgezonden. Zo verspreiden satellieten tv-beelden van over heel de wereld, zodat ze op aardse tv-kanalen te zien zijn.
Sinds begin jaren 80 sturen satellieten tv- en radiosignalen rechtstreeks naar ons toe. Dit noemen van DBS (Direct Broadcasting Satellite: omroepsatelliet voor directe ontvangst). Er waren echter wel 2 problemen eerst worden opgelost. De signalen moesten een heel groot gebied bestrijken zodat een heleboel mensen ze konden ontvangen. En de signalen moesten vrij krachtig zijn, zodat je alleen een kleine, goedkope satellietschotel nodig had, plus decoder om op de tv aan te sluiten.

 

2.3 Weersatellieten.
Satellieten hebben de kennis van het weer en het klimaat erg vergroot en de voorspellingen nauwkeuriger gemaakt. Veel mensen vertrouwen op de dagelijkse weersverwachtingen.

Een hele reeks weersatellieten heeft het weer en klimaat op de voet gevolgd. Het begon allemaal in 1960 met de eerste TIROS (Television and Infrared Observation Satellite). TIROS legde het wolkendek en verschillende wolkensoorten vast, maar kon ook tijdig waarschuwen voor stromen.
Amerikaanse NOAA-satellieten (National Oceanographic and Atmospheric Administration) werden al vanaf 1970 in polaire banen gebracht en observeren de aarde tweemaal per dag. Hun wetenschappelijke instrumenten registreren de wolkensoorten en het wolkendek, sneeuw en ijs op de grond, ijsbergen op zee, de luchttemperatuur, de temperatuur van het grond- en zeeoppervlak, plus de vochtigheid- de hoeveelheid waterdamp in de lucht.
Er zijn ook verschillende weersatellieten in een geostationaire baan. Zoals Europa¡¦s Meteosats voor Europa en Afrika en de Amerikaans GOES voor het oosten van de Grote Oceaan.